Hotpants
Oeh, zou je dat nu wel doen, denk ik als een jonge vrouw onzeker voorbij loopt in een strak jurkje dat elke huidplooi toont en die heeft ze nogal wat. Meteen vind ik het een belachelijke gedachte. Als we onszelf en elkaar eens wat minder aan een ideaalbeeld spiegelden, berisp ik mezelf, dan had ze zich misschien geweldig gevoeld zoals ze was en had ze er in een aardappelzak nog goed uitgezien. Deze gedachte wordt meteen ingehaald door die dat zelfs een aardappelzak een beter idee was dan dat jurkje.
Oeh, zou je dat nu wel doen, denk ik de volgende ochtend, als ik in de hotpants die ik alleen in mijn tuin draag, op de fiets spring. Ik had ineens helemaal genoeg van mijn eigen beperkende regels over kleding vanwege leeftijd en zo. Het voelt wat ongemakkelijk in de buitenwereld met zoveel bloot been. Maar zelfs al beweegt er tijdens het fietsen zichtbaar wat meer dan alleen spieren, het voelt toch vooral vrij, alsof ik een zelf opgelegde boerkaplicht ophef.
Het helpt ook dat ik op weg ben naar mijn favoriete winkel een paar kilometer verderop. Ik zou het omschrijven als een agrarische bouwmarkt, ze hebben er namelijk alles voor hobbybobben, maar nog veel meer voor boeren.
Ik vul mijn karretje en geniet van alle voor mij exotische producten voor het boerenleven in de schappen. Een oudere man komt met z’n volgeladen kar, waarvan ik de inhoud romantisch inschat op iets tegen mond-en-klauwzeer, naar me toe en zegt: ‘Ge het goeie benen’. Hij monstert me alsof ik een dekwaardige merrie ben. Ik voel me plotsklaps weer erg naakt in mijn korte broekje, antwoord met een ironisch 'dank je' en concentreer me weer op de meststoffen voor rozen en hortensia’s.
‘Jij denkt natuurlijk: wat een boer. En dat klopt.’
Ik lach en grap dat je met zelfkennis een heel eind komt.
Hij is nog niet klaar. ‘Maar ik ben wel een herenboer.’
De volgende keer ga ik in een aardappelzak, kijken wat er dan gebeurt.