Vrij
Onder de luifel is het in de zinderende hitte toch lekker in mijn tuin. Al maanden is het zomers en dat op zich geeft al een gevoel van vakantie, van vrijheid. Het enige geluid in mijn tuin komt van roeken en meeuwen een eindje verderop. Even later zie ik ze in een grote groep, zwart en wit, samen overvliegen als een stil protest tegen het gezever dat over een maand of twee alweer losbarst over het Sinterklaasfeest waartegen een aantal ‘zwarten’ vanwege racisme protesteert en een groep ‘witten’ daar zo racistisch op reageert dat je ‘zwart’ nog gelijk wilt geven ook.
Heel lang zit ik en doe ik niets behalve genieten van de bijen en hommels die gelukzalig in de bloeiende marjoraan, vlinderstruik en rucola duiken. Vooral bij de rucola is dat grappig omdat de bloempjes op lange tere stelen elke keer als een kermisattractie een duikvlucht maken als de bijen instappen.
Ik lees weer eens een boek, mijn zoon redt insecten uit het zwembad, een vriendin komt langs voor een wijntje en we drinken er nog een paar omdat de fles toch open is. We hebben goede gesprekken, overdenkingen en terloops reserveren we een paar mooie concerten zodat we als er straks minder zonlicht en warmte is, nog steeds een goede reden hebben om blij te worden.
Ik ben een weekje vrij en voel me vrij. Eindelijk bevrijd van verdriet om een liefde die er niet kon zijn. Korter heeft een liefde misschien nooit geduurd, maar groter heeft een verlies voor mij ook nooit gevoeld. Het voelt vrij na best een tijd niet alleen te weten wat ik allemaal aan goeds heb, het ook weer te voelen.
Om het allemaal goed te laten indalen, lijkt het me een prima idee om het zo’n beetje tot kerst te laten zomeren, Twee weekjes winter en dan hup, op naar de lente. Klimaatverandering is natuurlijk echt ruk, maar het is zoals bij alles een doodzonde om niet te genieten van wat er wel fijn is.