Padvinder
Ik was mezelf een tijdje kwijt. Nou heb ik daar wel vaker last van, dus gelukkig weet ik intussen dat ik een prima padvinder ben. Al is weten één ding en geloven een ander. Dat laatste doe ik nog steeds pas echt als ik een paadje naar huis vind.
Ik ben mezelf kwijt als ik nog wel weet dat ik een leuk mens ben, maar dit niet helemaal of soms zelfs helemaal niet voel. Ik functioneer dan omdat ik best weet hoe het moet voelen, maar er zit een laagje over, alsof ik alles door een vieze ruit bekijk.
In mijn lelijkste variant was de ruit afgeplakt zodat het praktisch donker was. Die variant heb ik gelukkig pas een keer in mijn leven meegemaakt. Een winter lang hoefde ik niet per se dood, maar van leven zag ik de lol ook bepaald niet in. Een depressie zou ik het niet noemen, eerder een korte pittige dip. Ik heb van te dichtbij gezien hoe ondraaglijk een depressie kan zijn, om die term te gemakkelijk te gebruiken.
Mezelf terugvinden gebeurt altijd als ik durf los te laten. Het voordeel van ervaring is dat ik weet dat het elke keer een variant op ditzelfde thema is. Die ervaring is meteen ook het nadeel: het is ronduit irritant te ontdekken dat ik alweer in zo’n hok met vieze ramen ben gaan schuilen, terwijl ik een heel fijn huis heb.
En dan is het een kwestie van een van de deuren van dat hok open durven zetten. Dit keer kwam ik terecht op een kronkelig pad waar het op dit moment nog meer struikelen is dan mijn favoriete flaneren. Maar het heeft me ook al weer ontroerend mooi nieuw uitzicht opgeleverd. En net zoals altijd als ik weer een paadje heb gevonden, denk ik: ach, je bent een padvinder of niet, zo kom ik nog eens ergens.