Een kans geven
Niet zolang geleden was ik in de stad van de liefde. Mooie stad, maar ik vond de liefde wat tegenvallen. Aan de Afrikaanse straathandelaren lag het niet, die verkochten zelfs hele pakketten voor een ‘romantische picknick in het park inclusief champagne en condooms’. Ook dat hielp niet. De enige liefde die ik zag, was de zelfliefde van een man in de metro, die diep in slaap zijn geslachtsdeel koesterde.
Als de magie zelfs in de stad van de liefde niet werkt, moest het wel aan mij liggen. Dus ging ik op Tinder lekker romantisch links en rechts swipen. Ik had een match, het had een leuk hoofd, mooie lach en de berichtjes die we daarna uitwisselden waren veelbelovend.
Ik ging op date met de mantra dat ik ‘het wel een kans moest geven’. Dit is intussen al veel, vaak op vermoeide toon, uitgesproken, omdat ze eigenlijk al hebben opgegeven dat ik ooit nog aan een relatie kom. Hoe moeilijk kan het zijn, zij hebben dit al 30 jaar voor elkaar. En ik val nog wel op mannen èn op vrouwen, dus ik heb nog meer keuze ook. Dan ben je echt een amateur.
Als ik al eens wordt opgesteld, zijn mijn verwachtingen van een date in de amateurklasse intussen niet heel hoog meer. Ik ben al blij als ik geen complete idioot als tegenstander tref. Op de een of andere manier komen die statistisch gezien, bovengemiddeld vaak op mijn pad.
Dus was ik aangenaam verrast dat alles klopte aan de man. De mooie lach was er live ook, hij was lief en als kers op de taart vond hij mij heel grappig. Maar het minimale vonkje dat nodig is om überhaupt ooit een vlam te krijgen, voelde ik niet. Ik dacht aan de kans die ik het moest geven en ging nog maar wat meer mijn best doen.
Mijn extra inzet leverde een over de top one womanshow op en aan het einde van de avond was ik total loss. Om onverklaarbare redenen was de man niet allang gillend weggerend, maar juist laaiend enthousiast. Dat wordt dus nooit wat. Ik had het heel sexy gevonden als hij gezegd had: ‘Verstegen je bent prachtig, maar het mag best een tandje minder.’
Een kans geven heet dat.