De man
Ik geloofde niet meer echt in de liefde. Of ja, ik geloofde heel erg in de liefde. Voor mijn zoon, familie, vrienden, de natuur en de hele mensheid eigenlijk wel, maar geloofde niet per se meer in een romantische liefde voor mij.
Niet dat ik het opgaf, maar ik kon me intussen ook heel goed voorstellen dat het niet meer gebeurde en ik dan nog, misschien een niet altijd compleet, maar wel prima leven zou hebben.
En toen was hij er. De man die er voor zorgde dat ik het lied waardoor ik het meest truttige danslied ooit ineens snapte. Heaven must be missing an angel. Hij denkt dat ik hem voor de gek houd, als ik voor me zie dat hij voor mijn deur zijn vleugels in de achterbak van zijn auto stopt en ze aanduwt om de klep dicht te krijgen.
De man die er voor zorgt dat ik te weinig woorden heb. Ik heb altijd genoeg woorden, als ik een beetje kritisch ben eerder te veel dan te weinig. De man is zo overweldigend dat ik haper, stotter en stil val. En nog vindt hij me meer dan leuk.
Misschien ga ik te snel. Natuurlijk ga ik te snel. Want we kennen elkaar nog geen maand en ik hoor vaak dat je eerst alles zeker moet weten, wat dat dan ook betekent. Want volgens mij heeft liefde heel weinig met zekerheid te maken. Ik geniet intens van wat er nu is en ik zie zelfs al voor me hoe we samen oud worden. Of dit nu wel of niet gebeurt, daar naar verlangen voelt al hemels.